Bérenger Saunière
Op 11 april 1852 werd Bérenger Saunière geboren in Montazels, als zoon van Joseph Saunière en Marguerite Hugues.
Volgens ooggetuigen was de kleine Saunière een onstuimig kind, maar dat blijk gaf van een grote intelligentie.
Tijdens het spelen was hij ook de leider van alle kinderen van Montazels (Jarnac 1985).
In 1871 is hij nog een leerling aan de school van Saint-Louis in Limoux.
Daarna vervolgt hij zijn studies op het klein en groot seminarie van Carcassonne,
waar hij in juni 1879 tot priester wordt gewijd.
In 1879 wordt hij tot vicaris van Alet benoemd.
Vervolgens werd hij de waarnemende priester van Le Clat (Captier & Corbu 1985).
Op 1 juni 1885 werd hij dan de pastoor van de parochie Rennes-le-Château.
In mei 1890 kreeg hij een tweede post toebedeeld in Antugnac.
Omdat Saunière weigerde de herkomst van zijn inkomsten bekend te maken aan het bisdom,
besliste bisschop de Beauséjour op 22 januari 1909 over zijn overplaatsing naar het dorp Coustouge.
Saunière ging hiermee niet akkoord en gaf op 1 februari 1909 officieel zijn ontslag als priester van Rennes-le-Château (Jarnac 1985).
Tot zijn dood bleef hij wel in de pastorij van Rennes-le-Château wonen.
Dat Saunière een voorstander was van de monarchie, blijkt uit een donderpreek die hij naar aanleiding van de verkiezingen had gehouden in oktober 1885. Hij had namelijk voorgelezen uit de heftige artikels van de anti-republikeinse krant La Semaine Religieuse de Carcassonne. Hiermee dwong hij zijn parochianen om tegen de republikeinen te stemmen. Desondanks Saunières inspanningen wonnen de republikeinen de verkiezingen en Saunière moest de gevolgen dragen van zijn pro monarchistische houding. Het Ministerie van Erediensten vroeg zijn overplaatsing aan bisschop Billard van Carcassonne. Saunière werd uit zijn ambt ontzet, maar Billard benoemde Saunière daarop tot opzichter van het kleine seminarie van Narbonne (Captier & Corbu 1985).
De gemeenteraad van Rennes-le-Château was ontzettend ontgoocheld door de overplaatsing van Saunière en deed er alles aan om de priester terug te halen. Nadat de gemoederen omtrent de verkiezingen gekalmeerd waren, werd Saunière in juli 1886 terug tot priester van Rennes-le-Château benoemd (Captier & Corbu 1985).
Saunière was in zijn vrije tijd een verwoed verzamelaar van postzegels, munten, postkaarten en kranten. Op zijn hoogtepunt was hij de bezitter van meer dan 100000 postzegels. Saunière was ook op heel wat kranten geabonneerd: Le Petit Journal, Le Pélerin, La Vie Illustrée, Fémina, L'Illustration, Le Noël, Lecture pour tous, Le mois littéraire et pittoresque. Bovendien had hij al deze kranten nadien laten inbinden (Captier & Corbu 1985).
Op 17 januari (Pierre Jarnac beweert echter op 14 januari) 1917 kreeg Saunière in de buurt van Tour Magdala plotseling een beroerte, die hem uiteindelijk fataal werd op 22 januari 1917.