De Dalle de Coume Sourde, een geheimzinnige steen met vreemde inscripties,
werd in 1928 gevonden door Ernest Cros, een amateur-archeoloog en bovendien vriend van Saunière, in de
buurt van Rennes-les-Bains op de berg Coume Sourde.
Auteurs zoals Gérard de Sède vermoeden dat de steen ergens op het einde van de 18de eeuw
werd vervaardigd in opdracht van markies Paul-Vincent de Fleury (de Sède 1967: 20 en 95).
Anderen denken dat het gaat om een steen van de Tempeliers omdat het croix pattée, het embleem van de Tempelorde, tweemaal aanwezig is op de steen.
(Foto © de Sède 1967)
Op de steen staan geometrische figuren en een stuk tekst. Het gaat om één grote driehoek met daarbinnen nog een andere driehoek
en verder nog enkele woorden in foutief Latijn.
Wat vrijwel meteen opvalt zijn de woorden P.S PRAECUM. Hiermee staat de Dalle de Coume Sourde in direct verband met de deksteen
van het graf van Marie de Nègre. Met de afkorting bestaat er ook een connectie tussen de steen en het kleine Dagobert II-perkament van Saunière.
Centraal van de steen staat er nog een gebrekkige Latijnse zin (van Urk 2003: 28):
IN MEDIO LINEA UBI M SECAT LINEA PARVA
In het midden van de lijn waar M snijdt de kleine lijn
Wat hiermee precies bedoeld wordt, is niet meteen duidelijk.
Verder staan er op de steen nog de woorden SAE (of GAE) SIS en 2 kruisjes.
Ook hieromtrent tast men nog steeds in het duister.