Villa Bethania
Een luxueuze villa
In 1901 liet Saunière de bouwwerken aan de luxueuze Villa Bethania beginnen. Het huis werd in 1905 voltooid en erond liet hij een uitgestrekt park aanleggen, aangevuld met fonteinen en een oranjerie voor de meest exotische planten- en diersoorten.
Saunière heeft zelf echter nooit in Villa Bethania gewoond: tot zijn dood bleef hij de pastorij naast de kerk wonen (van Urk 2003).
Waarom had hij deze villa dan gebouwd?
Dat vroeg de bisschop van Carcassonne, Monseigneur de Beauséjour, zich ook af en deze ondervroeg Saunière over het doel van dit bouwwerk.
Saunière antwoordde hem dat hij Villa Bethania gebouwd had om als retraite te dienen voor pastoors op rust (de Sède 1967).
Velen zien deze verklaring misschien terecht als een vals voorwendsel, want er speelden zich andere zaken af in Villa Bethania.
Op zijn domein onthaalde Saunière zijn parochianen geregeld op overvloedige banketten.
In Villa Bethania ontving hij in het geheim aanzienlijke gasten waaronder de beroemde operazangeres Emma Calvé, de Franse minister van Cultuur.
Maar zijn belangrijkste bezoeker was ongetwijfeld aartshertog Johan van Habsburg, de neef van Frans Jozef,
de keizer van Oostenrijk (Baigent, Leigh & Lincoln 1982).
Marie en de villa
Na de dood van Saunière erfde Marie Dénarnaud Villa Bethania, waar ze tot het einde van de Tweede Wereldoorlog een comfortabel leven leidde.
Na de oorlog voerde de Franse regering een nieuw muntstelsel in zodat alle Fransen moesten rechtvaardigen waar ze hun geld vandaan hadden gehaald.
Deze maatregel diende voornamelijk om collaborateurs op te sporen, maar ook Marie Dénarnaud werd erdoor geplaagd.
Rond die periode had men Marie in de tuin van Villa Bethania grote stapels oude bankbiljetten zien verbranden, die haar baas haar ook blijkbaar had nagelaten.
In datzelfde jaar verkocht ze Villa Bethania aan Noël Corbu en leefde tot haar dood van het geld dat ze via de verkoop van het huis had verkregen.
De periode Corbu-Buthion
Na de dood van Marie Dénarnaud in 1953, toverde Corbu Villa Bethania om in een hotel-restaurant.
De gasten werden er getrakteerd op Corbu's persoonlijke kijk op de Affaire Saunière,
een verhaal dat hij op band had ingesproken.
In 1965 verkocht Noël Corbu Villa Bethania door aan Henri Buthion,
die de traditie van hotel-restaurant verderzette.
Gedurende hun verblijf in Villa Bethania hebben Corbu en Buthion elke centimeter van Saunières voormalige huis uitgekamd.
Er werd ook heel wat gegraven in en rond de villa. Buthion zou bij die oprgravingen zelfs dynamiet gebruikt hebben.
Het was tijdens één van die zoektochten
dat Henri Buthion en zijn vriend Jean Pellet het Sot Pecheur-document vonden nabij het altaar van Saunières privékapel naast Villa Bethania.
